Museumtuin De Tuun

Museumtuin De Tuun is uniek in Nederland. Van het voorjaar tot het najaar kunnen bezoekers in de tuin terecht om de Nederlandse landbouwgewassen van de late IJzertijd tot en met de middeleeuwen van dichtbij te bekijken. Daarnaast is er een kruidentuin van planten van dezelfde periodes gerangschikt naar gebruik, keukenkruiden, geneeskrachtige planten, rituele planten en nuts- en verfplanten.

De museumtuin is genoemd naar het Oudnederlandse woord ‘tuun’, dat een ommuurde of afgescheiden stuk grond betekent. Ons huidige woord ‘tuin’ is daarvan afgeleid, net als het Engelse woord ‘town’ (kleine stad). De tuin vormt een verlengde van de archeologische collectie van het museum, die het rijke plattelandsverleden van Wijchen en omgeving laat zien. In De Tuun zijn de planten te zien, te voelen en te ruiken die hier werden verbouwd in de late ijzertijd, de Romeinse periode en de vroege middeleeuwen. Samen vormen deze perioden de protohistorie. Een wandeling door De Tuun is een wandeling door de tijd. De Tuun bestaat uit twee delen. De helft van de tuin is aangelegd in historische akkers, één voor elke tijdsperiode. Het andere helft is een kruidentuin waar tientallen soorten kruiden zijn ingedeeld volgens hun toepassing.

De akkers

De eerste akker in De Tuun staat vol met gewassen die verbouwd werden in de late ijzertijd, vanaf circa 250 tot 12 v.C. In die tijd maakte de landbouw een aantal belangrijke ontwikkelingen door, maar er werd ook nog volop verzameld vanuit het wild. Het einde van de ijzertijd werd ingeluid door de komst van de Romeinen. De veranderingen die zowel hun aanwezigheid als hun eetgewoontes teweegbrachten zijn te zien in de tweede akker die de periode 12 v.C. tot 406 n.C. omvat. De vroegmiddeleeuwse landbouw, te zien in de derde akker, toont de situatie van de jaren 406 – 1000 n.C. Deze periode werd gekenmerkt door een verdere uitbreiding van het gewassenassortiment. Ook van invloed was de toename van de regel- en wetgeving over het gebruik van boerenland.

De kruidentuin

In de kruidentuin zijn er aparte perken voor zowel medische- en keukenkruiden als voor nuts- en legendeplanten. De informatie in de tuin over de toepassing van de kruiden brengt de doorlopende ontwikkelingen en gevarieerde toepassingen van plantenkennis tijdens de posthistorische periode in beeld.

Het plantenjaar

De Tuun zelf is het mooiste om te bekijken vanaf mei tot en met juli. Toch is een bezoek in elke jaargetijde de moeite waard. Aanvullend op de normale openingstijden, houdt het museum speciale open dagen in De Tuun met rondleidingen en andere activiteiten. 

Waar is De Tuun?

De Tuun is te vinden rechts achter het kasteel en is open vanaf het voorjaar tot eind oktober tijdens de openingstijden van het museum. Kaartjes zijn te koop in het museum.

Deel dit bericht